Veel grenzen in het contact tussen (vrijwillige) medewerkers en minderjarige deelnemers aan de activiteiten van de stichting zijn niet eenduidig. Hierover kunnen nooit exacte grenzen worden afgesproken die voor alle kinderen en in alle situaties gelden. Dat is maar goed ook, want voor veel kinderen is dichtbijheid en lichamelijk contact een voorwaarde om te groeien. Maar er is wel één heel duidelijke grens en dat is de grens dat seksuele handelingen en contacten tussen (jong)volwassen medewerkers/vrijwilligers en minderjarigen, die bij ons komen, absoluut ontoelaatbaar zijn!

Stichting Wij voor de Jeugd heeft voor al onze (vrijwillige) medewerkers een gedragscode opgesteld. De gedragscode bestaat uit twee delen: regels die bijdragen aan een open, transparante en veilige omgeving voor de jeugd én vrijwilligers en de omschrijving van seksueel grensoverschrijdend gedrag die het uitgangspunt is van het tucht- en sanctiebeleid dat door de organisatie wordt gevoerd. Wanneer je bij Wij voor de Jeugd komt werken in wat voor manier dan ook, dan vragen wij je onze gedragscode te ondertekenen. Hiermee verklaar je kennis te hebben van de gedragscode en volgens de gedragscode zult handelen.

I. De gedragsregels voor (vrijwillige) medewerkers:       

  1. De (vrijwillige) medewerker moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de minderjarige zich veilig en gerespecteerd voelt.
  2. De (vrijwillige) medewerker onthoudt zich ervan de minderjarige te bejegenen op een wijze die de minderjarige in zijn waardigheid aantast.
  3. De (vrijwillige) medewerker dringt niet verder door in het privéleven van de minderjarige dan functioneel noodzakelijk is.
  4. De (vrijwillige) medewerker onthoudt zich van elke vorm van seksuele benadering en misbruik ten opzichte van de minderjarige. Alle seksuele handelingen, contacten en –relaties tussen (vrijwillige) medewerker en minderjarige tot 18 jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel grensoverschrijdend gedrag.
  5. De (vrijwillige) medewerker mag de minderjarige niet op zodanige wijze aanraken, dat deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard ervaren zal worden.
  6. De (vrijwillige) medewerker zal tijdens de Wij voor de Jeugd-dagen, reizen, uitjes en dergelijke met respect omgaan met minderjarigen en de ruimtes waarin zij zich bevinden.
  7. De (vrijwillige) medewerker heeft de plicht de minderjarige naar vermogen te beschermen tegen vormen van ongelijkwaardige behandeling en seksueel grensoverschrijdend gedrag en zal er actief op toezien dat de gedragscode door iedereen die bij de minderjarige is betrokken, wordt nageleefd.
  8. Indien de (vrijwillige) medewerker gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragscode en bij vermoedens van seksueel grensoverschrijdend gedrag, is hij verplicht hiervan melding te maken bij de daarvoor in het bestuur aangewezen personen of extern vertrouwenspersoon.
  9. De (vrijwillige) medewerker krijgt of geeft geen (im)materiële vergoedingen die niet in de rede zijn.
  10. In die gevallen waar de gedragscode niet (direct) voorziet, of bij twijfel over de toelaatbaarheid van    bepaalde gedragingen ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de (vrijwillige) medewerker in de geest van de gedragscode te handelen en zo nodig daarover in contact te treden met een door het bestuur aangewezen persoon.

Toelichting gedragscode

De gedragscode vormt een aanvulling op het Wetboek van Strafrecht waarin is opgenomen is wat juridische grenzen zijn in de omgang met minderjarigen.

1. De (vrijwillige) medewerker moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de minderjarige zich veilig en gerespecteerd voelt.

De jeugd moet worden gerespecteerd. Er mag geen onderscheid worden gemaakt naar of nadruk worden gelegd op godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, seksuele gerichtheid, culturele achtergrond, leeftijd of lichamelijke kenmerken. Dat betekent dat de jeugd zich zowel tijdens de activiteiten van de Wij voor de Jeugd, maar ook daarbuiten veilig moet voelen en het gevoel moet hebben dat hij zich – letterlijk – vrij kan bewegen.

2. De (vrijwillige) medewerker onthoudt zich ervan de minderjarige te bejegenen op een wijze die de minderjarige in zijn waardigheid aantast.

Dit betekent dat je een deelnemer nooit op een manier bejegent die hem in zijn of haar waardigheid aantast. Je onthoudt je van discriminerende, kleinerende of (seksueel) intimiderende opmerkingen en gedragingen. Dit geldt tijdens de activiteiten, maar ook daarbuiten, tijdens alle activiteiten die door of namens Wij voor de Jeugd worden georganiseerd.

3. De (vrijwillige) medewerker dringt niet verder door in het privéleven van de minderjarige dan functioneel noodzakelijk is.

In het vrijwilligerswerk komt het veel voor dat men de jeugd ook kent vanuit sociale contacten. Maar de (vrijwillige) medewerker is binnen de stichting altijd de verantwoordelijke. Binnen de stichting gaat het niet om vriendschap of andere sociale relatie, maar om de relatie (vrijwillige) medewerker – jeugdige. Het is belangrijk dat de (vrijwillige) medewerker zich bewust is van zijn positie, die ook buiten Wij voor de Jeugd door kan spelen. Het gaat erom dat de (vrijwillige) medewerker gepaste afstand houdt en niet verder doordringt in het privéleven van de deelnemer dan nodig is voor het gezamenlijk gestelde doel (activiteit) van Wij voor de Jeugd. Bijvoorbeeld: het onnodig vragen stellen over het privéleven, persoonlijke afspraakjes maken, contact opnemen met de jeugd buiten de activiteiten van Wij voor de Jeugd om, deelnemers thuis uitnodigen (in een één op één situatie), enzovoort. Binnen Wij voor de Jeugd kan het voorkomen dat er sprake is van verbanden tussen de jeugd en (vrijwillige) medewerkers die los staan van de contacten binnen Wij voor de Jeugd. Zoals (vrijwillige) medewerkers waarbij de deelnemers van Wij voor de Jeugd buurtgenoten zijn e.d. Dit artikel richt zich niet op de contacten die uit deze verbanden komen.

Het is wel belangrijk dat de (vrijwillige) medewerker de lijnen tussen de twee verbanden zo duidelijk mogelijk houdt. Daar waar zijn rol als (vrijwillige) medewerker van de groep een rol gaat spelen handelt hij/zij in de geest van deze gedragscode.

4. De (vrijwillige) medewerker onthoudt zich van elke vorm van seksuele benadering en misbruik ten opzichte van de minderjarige. Alle seksuele handelingen, contacten en –relaties tussen (vrijwillige) medewerker en minderjarige tot 18 jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel grensoverschrijdend gedrag.

De (vrijwillige) medewerker mag zijn of haar positie en relatie nooit gebruiken voor doeleinden ten eigen nutte die in strijd zijn met zijn verantwoordelijkheid, of die de grenzen van de relatie overschrijden. Hierbij kan worden gedacht aan:

  • een seksueel / erotisch geladen sfeer scheppen;
  • seksueel getinte opmerkingen en insinuaties, zoals grof taalgebruik of schuine moppen;
  • het stellen van vragen over seks, bijvoorbeeld over masturbatie, frequentie en vormen van vrijen;
  • de minderjarige op een niet-functionele wijze bekijken en aanraken waarbij de ogen of handen zijn gericht op de geslachtskenmerken;
  • bevrediging van de eigen seksuele verlangens;
  • alle seksuele handelingen en relaties tussen (vrijwilliger) medewerkers en de jeugd tot 18 jaar, of met iemand met een ontwikkelingsachterstand, zijn ontoelaatbaar en strafbaar volgens artikel 249 Wetboek van Strafrecht.

Tussen volwassenen en de jeugd is sprake van een natuurlijk overwicht en dus een machtsverschil. De jeugd kan daardoor zaken moeilijker weigeren, of overzien waar het om gaat. Het is aan de volwassene om de grenzen te bewaken. Dit geldt ook voor mensen met een ontwikkelingsachterstand / verstandelijke beperking. De kalenderleeftijd vormt bij hen geen criterium, maar het feit dat zij een achterstand hebben in de verstandelijke en/of emotionele en sociale ontwikkeling.

Dit betekent dat de vrijwilliger:

  • nooit seksuele toenadering zoekt tot kinderen en/of een seksueel of erotisch geladen sfeer schept (bijvoorbeeld door het laten zien van porno, of de eigen geslachtsorganen);
  • de jeugd nooit gebruikt voor bevrediging van de eigen seksuele en/of agressieve verlangens;
  • nooit (met seksueel gedrag) mag ingaan op verliefde gevoelens, seksuele verlangens of fantasieën van het kind óók niet wanneer hij/zij je daartoe lijkt uit te nodigen, dan wel onomwonden uitnodigt;
  • wanneer er een erotisch/seksueel geladen sfeer mocht ontstaan, of zou kunnen ontstaan, tussen de (vrijwillige) medewerker en de jeugd, de vrijwilliger afstand neemt en de situatie bespreekbaar maakt met de locatiemanager, het bestuur of de vertrouwenspersoon;
  • wanneer bij de (vrijwillige) medewerker gevoelens van verliefdheid, maar ook afkeer of agressie ontstaan t.o.v. de jeugd, neemt de vrijwilliger afstand en maakt de situatie bespreekbaar met de oprichter van Wij voor de Jeugd Cyriel Venloo, het bestuur of de vertrouwenspersoon.

5. De (vrijwillige) medewerker mag de minderjarige niet op zodanige wijze aanraken, dat deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard ervaren zal worden.

Uitgangspunt is dat het kind het als seksueel getint ervaart. Bijvoorbeeld: het te lang vasthouden van een hand bij begroeten of afscheid nemen, iemand naar je toetrekken, je tegen de jeugd aandrukken, een tongzoen geven, aanraken van billen en borsten, enzovoort.

Functionele aanrakingen zijn soms noodzakelijk (de jeugd optillen als het gevallen is) of wenselijk (een kind troosten) en mits daar geen misbruik van gemaakt wordt, toegestaan. De (vrijwillige) medewerker moet ervoor zorgen dat daar waar lichamelijk contact noodzakelijk en functioneel is, dit contact of deze aanraking niet verkeerd – in de zin van seksueel getint of intimiderend – kan worden geïnterpreteerd. De (vrijwillige) medewerker houdt bij lichamelijk contact rekening met grenzen die de jeugd aangeeft, leeftijd, ontwikkelingsniveau, achtergronden, de specifieke situatie en wat maatschappelijk en/of cultureel als aanvaardbaar wordt gezien.

6. De (vrijwillige) medewerker zal tijdens de Wij voor de Jeugd-dagen, reizen, uitjes en dergelijke met respect omgaan met minderjarigen en de ruimtes waarin zij zich bevinden.

Met respect betekent in dit geval bijvoorbeeld dat:

  • de (vrijwillige) medewerker en de jeugd bij voorkeur niet met zijn tweeën op reis gaan, maar met bijvoorbeeld een extra vrijwilliger of meerdere deelnemers;
  • met respect omgaan met de ruimtes waarin de jeugd zich bevinden, betekent dat de jeugd zich daar veilig moet voelen, zijn privacy gewaarborgd is en sociale controle niet is uitgesloten;
  • gesprekken met de jeugd in een neutrale ruimte worden gehouden.

7. De (vrijwillige) medewerker heeft de plicht de minderjarige naar vermogen te beschermen tegen vormen van ongelijkwaardige behandeling en seksueel grensoverschrijdend gedrag en zal er actief op toezien dat de gedragscode door iedereen die bij de minderjarige is betrokken, wordt nageleefd.

De (vrijwillige) medewerker heeft binnen zijn mogelijkheden de verantwoordelijkheid voor de veiligheid en het welzijn van de jeugd. Indien de (vrijwillige) medewerker grensoverschrijdend gedrag signaleert is hij/zij verantwoordelijk het ongewenste gedrag te (doen laten) stoppen en te zorgen voor de veiligheid van de jeugd. De (vrijwillige) medewerker is alert op signalen die kunnen wijzen op seksueel misbruik / overtreding van de gedragscode.

8. Indien de (vrijwillige) medewerker gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragscode en bij vermoedens van seksueel grensoverschrijdend gedrag, is hij verplicht hiervan melding te maken bij de daarvoor in het bestuur aangewezen personen of extern vertrouwenspersoon.

Alle vermoedens of constateringen van seksueel misbruik moeten worden gemeld. Het kan zijn dat de jeugdige een (vrijwillige) medewerker in vertrouwen neemt en vertelt dat iemand hem/haar misbruikt. De (vrijwillige) medewerker belooft in een dergelijk geval geen geheimhouding. Feiten van vertrouwelijke aard, aan jou toevertrouwd, moeten te allen tijde worden gerespecteerd. Maar wanneer de belangen van de jeugd in het geding zijn, dient de (vrijwillige) medewerker hiervan melding te maken of tenminste een derde te raadplegen. Indien enigszins mogelijk gebeurt dit in overleg met de jeugd.

9. De (vrijwillige) medewerker krijgt of geeft geen (im)materiële vergoedingen die niet in de rede zijn.

Door vergoedingen dreigen de objectiviteit van het handelen en de onafhankelijke positie van de (vrijwillige) medewerker en die van de jeugd in het gedrang te komen. Hierdoor kan een voedingsbodem ontstaan voor (seksueel) machtsmisbruik.

10. In die gevallen waar de gedragscode niet (direct) voorziet, of bij twijfel over de toelaatbaarheid van    bepaalde gedragingen ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de (vrijwillige) medewerker in de geest van de gedragscode te handelen en zo nodig daarover in contact te treden met een door het bestuur aangewezen persoon.

Dit betekent dat de (vrijwillige) medewerker ook alert is op gedragingen die niet direct als seksueel misbruik of intimidatie zijn te betitelen, maar wel als grensoverschrijdend worden ervaren. Ook in dit geval is het belangrijk dat passende maatregelen worden genomen, zoals het aanspreken van de persoon in kwestie. Desgewenst kan de (vrijwillige) de in het protocol genoemde personen raadplegen.

II. Omschrijving seksueel grensoverschrijdend gedrag met minderjarigen en sanctiebeleid

In art. 249 van het Wetboek van Strafrecht staat: Hij die ontucht pleegt met zijn minderjarig kind, stiefkind of pleegkind, zijn pupil, een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige of zijn minderjarige bediende of ondergeschikte, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie). Daarnaast is iedere vorm van seksuele toenadering met jeugdigen beneden de 16 jaar verboden (Wetboek van Strafrecht: artikel 244, 245, 247, 248a, 249). En het afbeeldingen maken van seksuele gedragingen van iemand die nog geen 18 jaar is, is ook verboden (Wetboek van Strafrecht: artikel 240b).

Onder seksueel grensoverschrijdend gedrag met minderjarigen verstaan wij: Elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, in verbale, non-verbale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, die door de persoon die het ondergaat als ongewenst of gedwongen wordt ervaren; en / of plaatsvindt binnen een ongelijke machtsverhouding (volwassene-kind, leerkracht-leerling, (vrijwillige)medewerker-minderjarige, e.d.); en andere handelingen of gedragingen die strafbaar zijn volgens het Wetboek van Strafrecht.

Gedragingen die volgens de bovenstaande omschrijving vallen onder seksueel grensoverschrijdend gedrag met minderjarigen, kunnen worden gesanctioneerd door een tuchtrechtprocedure waarin hoor en wederhoor zal plaatsvinden. De sancties bestaan uit het voor korte of langere tijd uitsluiten van vrijwilligerswerk met minderjarigen door persoonsgegevens in een centraal register op te nemen.

Seksueel grensoverschrijdende gedragingen met minderjarigen waarvan het bestuur oordeelt dat deze vallen onder het Wetboek van Strafrecht, zullen bij politie/justitie worden gemeld.